Zet je licht aan
Fietsen na(ar) een avondje stappen? Of in het donker naar college, vrienden of de sportclub? Zorg dat jij klaar bent om te shinen en zet je fietslicht aan! Want jij wilt gezien worden.
Voorkom jij een boete met je fietsverlichting? Met deze checklist ga je goed verlicht op pad:
- Zorg ervoor dat je fietslampen andere weggebruikers niet verblinden. De lampen moeten recht vooruit en recht achteruit schijnen, ze mogen niet knipperen en losse lampjes mogen niet te veel bewegen.
- Draag losse lampjes alleen aan je bovenlichaam. Bijvoorbeeld aan je kleding of je tas. Geel of wit licht is voor voor, rood licht voor achter.
- Zorg ervoor dat je verlichting niet wordt geblokkeerd door je jas, tas of een ander voorwerp. Dan is het licht namelijk niet goed te zien.
- Wist je dat extra verlichting niet is toegestaan? Denk bijvoorbeeld aan knipperende, gekleurde lichtjes of lichtslingers in je wiel.
Zien en gezien worden
De afbeelding hieronder laat zien hoe je goede verlichting voert. Je mag kiezen of je het vaste voor- en achterlicht van je fiets gebruikt of dat je losse lampjes voor en achter op je lichaam of je tas draagt. Het belangrijkste is dat je duidelijk zichtbaar bent.